Lezen: Jeremia 14 – Het gebed van Jeremia in een tijd van droogte
4 Omdat de grond gescheurd is – er is immers geen regen op het land – schamen de akkerbouwers zich, zij bedekken hun hoofd. 5 Ja, zelfs een hinde werpt op het veld [haar] jong, en laat [het] in de steek, omdat er geen gras is. 6 De wilde ezels staan op de kale hoogten, als jakhalzen snakken ze naar adem, hun ogen bezwijken, omdat er geen gewas is. 7 Hoewel onze ongerechtigheden tegen ons getuigen, HEERE, doe het omwille van Uw Naam, want talrijk zijn onze afdwalingen, tegen U hebben wij gezondigd. 8 U, Hoop van Israël, zijn Verlosser in tijd van benauwdheid…
Jeremia spreekt in zijn boek meerdere keren over God de Schepper van hemel en aarde. Hoe de Heere de aarde maakte door Zijn kracht, de wereld door Zijn wijsheid grondvestte, de hemel door Zijn inzicht uitgespannen heeft. God staat als Schepper niet alleen aan het begin van de hemel en aarde, maar Hij onderhoudt en bestuurt de hemel en aarde ook.
‘Laten wij toch de HEERE, onze God, vrezen, Die de regen geeft, zowel vroege regen als late regen, op zijn tijd, Die de vastgestelde weken van de oogst voor ons bewaakt.’ (Jer. 5:24)
Jeremia 14 is een confronterend hoofdstuk. Er is een situatie van grote droogte. Al lange tijd is er geen regen gevallen. Er is hongersnood en het gejammer van Jeruzalem stijgt omhoog. De droogte treft iedereen: zowel de rijken als de armen. De vooraanstaanden sturen hun knechten vooruit om water te halen, maar zij komen met lege kruiken terug. Zowel in de steden als op het platteland is de nood groot. De grond scheurt. Akkerbouwers staan machteloos. We kunnen dit vergelijken met de beelden die via het nieuws onze huiskamer binnen komen. Welke gevoelens roept dit bij ons op?
Aangrijpend en indringend is het gebed van Jeremia. Jeremia ziet de hand van God in deze droogte. Wij zijn geneigd om te denken dat het klimatische omstandigheden zijn. Iets om over na te denken. Jeremia concludeert dat de droogte is gekomen vanwege de vele afdwalingen van het volk. Jeremia bidt en belijdt tot Zijn God. Tot Wie moet hij zich ook anders wenden? De enige hoop is de Schepper van hemel en aarde en de Schepper van hemel en aarde is óók onze hoop!
God antwoord dat het volk zich wende tot andere goden en die vereerde ( Jer.2: 23-25). Daarom zal de Heere het volk ter verantwoording roepen voor de zonden die zij hebben bedreven. Het volk kan nu wel offeren, maar de Heere schept er geen behagen in. Het volk zal de gevolgen moeten dragen.
Jeremia kan het niet laten om toch voorbede te doen. Hij is in gesprek met God. Jeremia bidt voor het volk vanwege de valse profeten die beweren dat het volk geen zwaard en honger zal zien. Het volk luistert en hebben alle waarschuwingen van Jeremia in de wind geslagen. Jeremia houdt van het volk, en huilt bittere tranen. Zouden ze tot inzicht komen bij het zien van zijn tranen? De situatie is ernstig.
De profeet en belijdt schuld. Hij benoemt de ongerechtigheid van het volk door generaties heen. Jeremia doet een beroep op Gods Naam. God, Die eens een verbond met Zijn volk heeft gesloten. Dit verbond is een eeuwig verbond. Kunnen de afgoden regen geven? De Heere geeft regen en Hij alleen. Dat God regen geeft, maakt Hem tot de God Die leven geeft en neemt. De tijd van oordeel is begrenst en uiteindelijk sluit God opnieuw een verbond met Israël. Jeremia 31:
33 Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn. Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. 34b Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken.
God onderhoudt en bestuurt Zijn schepping. Niet op onze tijd, maar op Zijn tijd. Hij laat niet los wat Zijn hand eens begon. Hij houdt Zijn schepping vast én al Zijn kinderen!
Volgende week woensdag 16 augustus: Christus de Eerstgeborene van heel de schepping.