Lucas 2: 40 t/m 52
40 Het Kind groeide op, werd sterk en was vervuld van wijsheid; Gods genade rustte op Hem.
52 Jezus groeide verder op en zijn wijsheid nam nog toe. Hij kwam steeds meer in de gunst bij God en de mensen.
De eerste brief van het nieuwe jaar. Over tot de ‘normale’ orde van de dag. We mogen terugkijken op mooie diensten die wij samen als gemeente tot eer en lof van onze Heer en Heiland mochten houden. We hebben elkaar heil en zegen en een gelukkig nieuwjaar toegewenst. En dat is nu precies waar het om gaat: Gods kinderen ontvangen heil, zegen en geluk door de komst van Jezus naar de aarde. En dat maakt het verschil in ons leven, hoe de omstandigheden ook mogen zijn.
Het Kind groeide op. In de Bijbel lezen wij weinig over de kinderjaren van Jezus. Alleen Lucas heeft er over geschreven. We hadden er graag meer over geweten: hoe Jezus opgroeide, hoe Hij zich ontwikkelde en wanneer Hij Zich bewust werd van Zijn taak op aarde. Heeft God Zijn Zoon aangesproken in Zijn kinderjaren? Heeft Hij met andere kinderen gespeeld, we weten het niet. We hebben alleen het verhaal van de twaalfjarige Jezus in de tempel.
41Zijn ouders gingen jaarlijks voor het pesachfeest naar Jeruzalem. 42 Toen hij twaalf jaar was, maakten ze weer hun gebruikelijke pelgrimstocht. 43 Na afloop van het feest vertrokken ze naar huis, maar Jezus bleef in Jeruzalem achter zonder dat zijn ouders het wisten. Het feit dat Jezus voor het eerst meeging naar het Pascha kwam omdat Hij de leeftijd van de verantwoordelijkheid bereikt had of
bijna had bereikt. En nu was Jezus zoek terwijl zij in de veronderstelling waren dat Hij Zich bij het reisgezelschap bevond.
In deze veronderstelling ligt natuurlijk wel veel vertrouwen, maar toch, wat een schrik! Jozef en Maria gingen overal zoeken. Pas na drie dagen vonden ze Jezus nadat bij hen het kwartje was gevallen dat Jezus mogelijk nog wel in de tempel kon zijn.
48 Toen zijn ouders Hem zagen, waren ze ontzet, en zijn moeder zei tegen Hem: ‘Kind, wat heb Je ons aangedaan? Je vader en ik hebben met angst in het hart naar Je gezocht.’
De manier van reageren Maria laat zien dat zij Jezus nog zag als kind en niet als een jong volwassene. In het ontzet en de angst klinkt duidelijk een verwijt. Het antwoord van Jezus zet Maria op haar plaats: 49 Maar Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebt u naar Me gezocht? Wist u niet dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?’ Kunnen we het Maria en Jozef kwalijk nemen dat ze dit niet wisten? Ze waren ouders en hun Kind was vermist.
Maar het punt van verwijt van Jezus is dan zij naar Hem hebben gezocht. Als ze wat beter hadden nagedacht dan had ze toch kunnen begrijpen dat het accent van Jezus aanwezigheid op aarde dichter bij Zijn Vader ligt dan bij Jozef en Maria. ’40 Het Kind groeide op, werd sterk en was vervuld van wijsheid; Gods genade rustte op Hem.’ Dit zal Jozef en Maria toch heus niet zijn ontgaan. Bovendien, hadden zij zelf toch ook de Geest van God, bij de aankondiging van Zijn geboorte, mogen ervaren.
En was het niet bemoedigend hoe God hen in alles heeft geleid? Gingen ze ook daarom niet met Jezus naar de tempel toen Hij nog een baby was? (brief 28 dec). Jozef en Maria zullen uiteindelijk hebben begrepen dat Jezus helemaal niet ongehoorzaam was geweest.
Het is alsof Jezus door deze gebeurtenis Jozef en Maria wil waarschuwen: Zijn bestemming betekent hun gemis. Zij zullen Hem kwijtraken vanwege Zijn dienst aan Zijn hemelse Vader. En dat moeten Jozef en Maria nu leren, maar ze houden een Zaligmaker over. In Hem vinden ze alles wat ze nodig hebben aan genade, evenals al Gods kinderen.
Vanaf woensdag 11 januari starten wij met een nieuwe serie: Hoe volgen wij Jezus?