Psalm 33: 5b de aarde is vol van de goedertierenheid van de HEERE.
13 De HEERE schouwt uit de hemel en ziet alle mensenkinderen.
14 Vanuit Zijn verheven woonplaats aanschouwt Hij alle bewoners van de aarde.
20 Onze ziel verwacht de HEERE, Hij is onze hulp en ons schild.
21 Want ons hart is in Hem verblijd, omdat wij op Zijn heilige Naam vertrouwen.
22 Laat Uw goedertierenheid over ons zijn, HEERE, zoals wij op U hopen. (HSV)
Psalm 33 is vanuit de oorspronkelijke kerkelijke traditie verbonden aan de tweede zondag na Pasen.
Mooi en bijzonder is dat in de serie Psalmverzoeken, op volgorde van binnenkomst, juist deze Psalm tussen de 1e en 2e zondag na Pasen valt.
Psalm 33 is een terechte lofzang op de almacht van God. ‘De aarde is vol van de goedertierenheid van God.’ Goedertierenheid staat voor de eigenschappen van God: goedaardig, genadig, trouw, zorgzaam en barmhartig. Als we dit tot ons door laten dringen dan is de aarde dus vol van Gods goedaardigheid en van Zijn genade, Zijn trouw, en van Zijn zorgzaamheid en barmhartigheid. Hoe goedertieren is duidelijk geworden met Pasen: ‘De HEERE schouwt uit de hemel en ziet alle mensenkinderen.’ Het werkwoord schouwen betekent nauwkeurig in ogenschouw nemen ter beoordeling. De uitkomst van dit schouwen weten wij allemaal. Door de zonde heeft God Zijn Zoon naar de aarde gezonden. Dat was Broodnodig. Omdat God wil dat Zijn kinderen ‘goed tieren’. Tieren staat voor goed gedijen. God wil dat Zijn kinderen goed gedijen in Zijn goedertierenheid. En dat is genade.
De opstanding van Jezus is een daad van Gods trouw aan de mens.
Nu staat er in de kerkzaal een mooie paaskaars. Opnieuw is deze kaars op Paasmorgen aangestoken.
We kennen de afbeelding op de kaars: Gods handen houden de aarde vast. We herkennen daarin vs14: ‘Vanuit Zijn verheven woonplaats aanschouwt Hij alle bewoners van de aarde.’ Het is God zelf die zorg draagt voor de aarde en voor alle bewoners van deze aarde. Dat is een geweldige bemoediging ook nu de wereld opnieuw in brand staat. Ook nu, waar geweld de taal is die men in oorlog spreekt. Waar moeten wij het anders zoeken dan bij God, Die de hemel, zee en aarde heeft gemaakt. 8 Laat heel de aarde vrezen voor de HEER, en wie de wereld bewonen Hem duchten, 9 want Hij sprak en het was er, Hij gebood en daar stond het.’
Waar moet een mens het anders zoeken in deze bedreigde wereld? Waar vindt de mens beschutting?
Het antwoord op deze vragen vinden we in de laatste verzen van Psalm 33. Het is een antwoord op de lofprijzing op De HEERE, de Schepper, de grote Regisseur van deze wereld. God heeft de mens de verantwoording gegeven, maar Hij heeft de regie van het begin van het eind. Wie daarop vertrouwt kan vol overgave vanuit het geloof de laatste verzen belijden: ‘Onze ziel verwacht de HEERE, Hij is onze hulp en ons schild.’ De ziel van de mens is onzichtbaar en het onsterfelijk deel van de mens. Het is het innerlijke, het niet stoffelijke gedeelte waaruit de mens leeft. Deze ziel verwacht het van de God van de Israël, die ook onze God is, die wij door Jezus hebben leren kennen. Want Zijn naam zegt: Ik zal er zijn als een boog in de wolken als teken van trouw. Ik ben voor jullie, naast jullie, achter jullie, boven jullie, onder jullie. Laat ons hart in Hem verblijden omdat wij op Zijn heilige Naam vertrouwen! Zing je mee?
Een boog in de wolken als teken van trouw
Staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet
Ben ik bij U veilig, U die mij ziet