Spreuken 17:17 Een vriend is je altijd toegedaan, je broer is geboren om te helpen in tijden van nood
Spreuken 27: 5 Het verwijt van een vriend is oprecht, de kus van een vijand al te hartelijk
Spreuken 27: 9 De geur van balsem en wierook maakt gelukkig, maar zoeter voor het hart is ware vriendschap.
Vriendschap. Het sluit aan bij de bemoediging van een week geleden. Vrienden wonen in het hart van vrienden. Vriendschap is de jus van het leven. Natuurlijk, we kunnen onze aardappelen opeten zonder jus, maar met jus is het toch wat smakelijker en minder droog. Zo is het ook met vriendschap. Vriendschap maakt het leven plezieriger. Voor een vriend ben je niet een middel om tot een bepaald doel te komen. Maar een vriend is kostbaar om wie hij of zij is. Een vriend is je altijd toegedaan. Dat is in voor en tegenspoed, en alles wat daar tussen zit. Een vriend is iemand die de ander dingen geeft die hem of haar ten goede komen. Een vriend is trouw, heeft de waarheid en vrede lief.
David en Jonathan zijn de bekendste vrienden uit de Bijbel. Het is een wonder dat ze vrienden zijn, Jonathan, een prins en David, een herdersjongen. Ondanks het maatschappelijk verschil was het een kostbare vriendschap omdat ze voor elkaar mochten zijn wie ze ten diepste waren. ‘Het gebeurde…, dat Jonathan met hart en ziel aan David verbonden raakte. (1 Sam.18:1). En David laat merken dat hij Jonathan helemaal vertrouwt. Vrienden verbinden zich met elkaar en geven elkaar vertrouwen.
Een ander voorbeeld van vriendschap zijn de vrienden van Daniël. Wat was het een grote zegen dat Daniël in zijn onchristelijke omgeving zijn christelijke vrienden Sadrach, Mesach en Abednego om zich heen had. Vrienden die hem niet in de steek lieten en trouw bleven vanuit het geloof.
Job had ook vrienden, al staan deze vrienden niet zo goed bekend als de vrienden van Daniël. We kennen het verhaal van Job. Elifaz, Bildad en Zofar spreken met elkaar af om naar Job te gaan. Ze rouwen eerst met Job mee. Later komt vriend Elihu op bezoek. De vrienden doen hun uiterste best om Job tot rede te brengen. Maar ze uiten ook beschuldigingen en dat voelt niet fijn. Hierin ligt een valkuil van vriendschap. Vrienden mogen toch alles tegen elkaar zeggen? Ja, dat mag, maar wel zonder oordeel. Hóe je de dingen tegen elkaar zegt uit vriendschap, daar gaat het om. Bovendien heeft vriendschap toch de eigenschap om geduldig te zijn en de ander niet los te laten? Voor een vriend wil je toch het beste? Dat brengt ons bij het volgende voorbeeld van vriendschap uit de Bijbel.
Het beste voor hun verlamde vriend, dát wilden de vier vrienden. Ze gaven om hun vriend en lieten hem niet in de steek, ze waren hem toegewijd. Deze toewijding zorgde ervoor dat ze hun verlamde vriend naar Jezus brachten. (Marc.2: 3-13). Deze vrienden laten niet zich niet zomaar uit het veld slaan, ze zijn vastberaden in hun vriendschap. Het feit dat hun verlamde vriend werd genezen zal tot grote vreugde hebben geleid, en deze vreugde zullen ze met andere vrienden hebben gedeeld.
Een vreugde delen met vrienden komen we ook tegen in de gelijkenis die Jezus heeft verteld van het verloren schaap. De herder van de honderd schapen is blij als hij het verloren schaap terug heeft gevonden. Vervolgens ‘…roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: “Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.’ (Luc. 15:6) Zó belangrijk zijn vrienden dus.
Tot slot: de groeten doen is een gebruik die wij in de Bijbel ook al tegenkomen. ‘De vrienden groeten u, groet de vrienden bij naam’ (3 Joh, 15). ‘Vrienden’ betekent hier ‘gelovigen’. We mogen dus ook lezen: De gelovigen groeten u, groet de gelovigen bij naam. Want als geloof ons verbindt, mogen wij, als broeders en zusters, oók elkaars vrienden zijn. En deze vreugde mogen wij delen met anderen om samen dankbaar te zijn voor alle zegeningen die wij ontvangen en waar vriendschap er één van is.