Lezen: Richteren 16: 31 – een hoopvol einde (slot)
31 Simsons verwanten, zijn hele familie van vaderskant, kwamen naar Gaza om zijn lichaam op te halen. Ze namen het mee en begroeven het tussen Sora en Estaol, in het graf van zijn vader Manoach. Twintig jaar lang had hij Israël geleid.
Je zou denken dat het verhaal van Simson ten einde is, nadat hij de tempel van Dagon heeft vernietigd. Maar er volgt nog een vers. Opeens duiken er familieleden op om het lichaam van Simson op te halen. Dit vers laat weten dat er iets veranderd is in het volk Israël. Familieleden, en ongetwijfeld zullen er ook vrienden zijn meegelopen, durven het aan om naar Gaza te lopen. Er is weer nieuwe moed in Gods volk gevaren. Wat Simson tijdens zijn leven niet is gelukt, lukt wel na zijn dood: volksgenoten komen eindelijk in beweging en durven het land van de Filistijnen binnen te dringen. De angst is verbroken. De Filistijnen zijn nog niet voorgoed verdreven, maar er is voor de Israëlieten weer ruimte om adem te halen en te geloven.
Terugkijkend op het verhaal van Simson zien we het belang maar ook de tekortkomingen van goed leiderschap. Zonder richter glijdt het volk keer op keer af en verzandt het in een mix van aanbidding van de ware God en van verschillende afgoden. Zodra er een krachtige leider opstaat die het volk weet te inspireren, dan volgt er weer een beweging naar God toe. In de jaren die volgen na Simsons dood zal Samuël de eerste koning van Israël zalven, Saul. Maar dit koningschap zal ook maar ten dele effectief zijn. Leiders en koningen zijn en blijven mensen. Gelukkig hebben we een hemelse Koning en met de komst van Jezus en de uitstorting van de Heilige Geest laat de hemelse Koning weten ons te willen leiden. Wij hoeven slechts te volgen.
Wat valt hier nog aan toe te voegen? De tijd ontbreekt me om te vertellen over Gideon en Barak, Simson en Jefta, David en Samuël, en over de profeten, die door hun geloof koninkrijken overwonnen, gerechtigheid lieten gelden, en kregen wat hun beloofd was; die leeuwen de muil toeklemden,…
(Hebr.11: 32,33 )
Simson staat, ondanks al zijn gebreken, midden in de rij van geloofshelden. Dat de naam van Simson hier genoemd wordt is van groot belang. Zij vormen als het ware de bril om de handelingen van Simson te begrijpen. Simson werd op een wonderlijke manier geboren, hij had gelovige ouders, een goede opvoeding en hij had de Geest van God. Toch werd deze krachtpatser gedreven door zijn hormonen. Hoe is het mogelijk dat iemand die zijn leven zo goed begon, zo dramatisch moet eindigen?
Simson is de richter aan wie de Bijbel het meeste aandacht schenkt en ondanks al zijn tekortkomingen staat hij toch in Hebreeën 11 vermeld als geloofsheld. Ook is de hoeveelheid geweld in het leven van Simson moeilijk te begrijpen. Hoe bestaat het dat God dit bekrachtigt?
Een belangrijke les die we van Simson kunnen leren is dat er een kwaad bestaat in deze wereld die met liefde niet is op te lossen. En dat is heel confronterend. Het is niet aan ons om geweld te gebruiken in persoonlijke wraakacties, dat maakt de Bijbel wel duidelijk. Wél roept de Bijbel ons op om op te komen voor de rechten van zwakken en verdrukten, en om misstanden aan te pakken. Ondanks dat Simson vele Filistijnen heeft gedood, was hij géén Filistijndoder, maar ríchter. God had hem gestuurd om recht te brengen in een goddeloze, bandeloze samenleving. Uiteindelijk liet Simson, zwak en blind, juist toen alles uitzichtloos was, een waar geloof zien en een groot vertrouwen in God. En dat is waar het in het leven om gaat.
Volgende week woensdag 1 november: Ruth