Romeinen 13: 14  Ik doe Christus aan
14 ‘ Omkleed u met de Heer Jezus Christus en geef niet toe aan uw eigen wil, die begeerten in u opwekt..’
Kolossenzen 3: 12 – 14
12Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en Hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. 13 Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven. 14 En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt

Elke morgen word je wakker, sta je op (als je niet ziek bent), en een van de eerste dingen die je doet, is je aankleden. Het is een telkens terugkerend ritueel. Je denkt er over na wat je zult aantrekken. Dat heeft natuurlijk te maken hoe je de dag verder invult: zijn er afspraken of heb je een vrije dag.  Kleren maken de man, zeggen we. Onze kleding bepaalt, op het eerste gezicht voor een deel onze uitstraling. Zelfs mode speelt een rol: volg je de nieuwe modetrends of ga je je eigen weg?

Het alledaags gebeuren van kleren aantrekken wordt vanuit de Bijbel een sprekend beeld voor het leven met Christus. Paulus gebruikt het beeld van het  aan -en uitdoen van kleding om ons geestelijk leven duidelijk te maken. Want als we onze weg gaan zonder Christus, dragen we een andere ‘jas’.   Een mantel van zondige praktijken. Daarom is het zo belangrijk om als kind van God, deze mantel uit te doen. Het is de mantel die de Bijbel oude mens noemt.

Als we Jezus willen uitstralen, zullen we de nieuwe mens moeten aantrekken, ‘die steeds vernieuwd wordt naar het beeld van de Schepper (Kolossenzen 3:10). En wie anders dan Jezus is die nieuwe mens? Jezus is de mens zoals God het heeft bedoeld.  Dat is ook de reden dat Paulus schrijft: ‘Omkleed u met de Heer Jezus Christus…’,  Of zoals Paulus het schrijft in zijn brief aan de Galaten: ‘U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed.’.

Zo wordt Jezus steeds meer de jas die ons als gegoten zit. Zeker, we worden aangevallen door de wereld om ons heen op vele manieren, maar ook door ons ‘oude ik’.  Op de een of andere manier zijn er momenten dat we de ‘Jezus-jas’  uit doen, zonder dat we het zelf willen. We merken het meteen, we krijgen het koud, alsof we in iedere storm en regenbui staan zonder beschutting van een jas.
Als christenen mogen we er zeker van zijn dat de we de uitdrukking: ‘kleren maken de man’ mogen vervangen door  Jezus maakt de mens’. Het gaat om de mens, zoals hij bedoeld is om God te eren en anderen te winnen voor Christus.

In zijn brief aan de Kolossenzen schrijft Paulus wat het  ‘aandoen van de nieuwe mens’  praktisch inhoudt, nl. het ‘aandoen van het karakter van Christus’. Wat is het mooi dat Paulus in dit verband de nadruk legt op het initiatief van God:’…omdat God u heeft uitgekozen’.  Dat betekent dat Gods kinderen apart zijn gezet. Wij behoren niet tot deze wereld, daarom is de mantel van de wereld ook de allerslechtst passende jas die je maar kunt bedenken. Het voelt misschien als gegoten, maar in feite is deze jas versleten, kil en koud, tot op de draad en zal het geen warmte geven, laat staan geborgenheid.

De eigenschappen die Paulus opnoemt betreft het aandoen van Christus’ karakter zijn een weerspiegeling van Gods goedheid voor de mens. Het gaat om het besef dat we door Gods liefde begenadigd zijn, en dat maakt ons dienstbaar ten aanzien van onze naaste. Het brengt ons automatisch bij het  gebod die Jezus ons heeft geleerd: ‘Heb God lief bovenal en je naaste als jezelf.’  En deze jas zit gegarandeerd als een tweede huid.

Woensdag 1 februari: Ik ben een geur van Christus