Psalm 36: 6 t/m 11: 6 Heer ,hoog als de hemel is Uw Liefde, tot in de wolken reikt Uw trouw,
7 Uw gerechtigheid is als de machtige bergen, Uw rechtvaardigheid als de wijde oceaan:
U,Heer, bent de Redder van mens en dier. 8 Hoe kostbaar is Uw Liefde God!
9 In de schaduw van Uw vleugels schuilen de mensen, zij laven zich aan de overvloed van Uw Huis,
U lest hun dorst met een stroom van vreugden, 10:want bij U is de bron van het leven, door Uw licht zien wij licht, door Uw licht zien wij licht. 11 Toon aan Uw getrouwen gedurig Uw liefde, aan de oprechten van hart Uw gerechtigheid.

De Spreuken-serie is afgesloten. We richten ons nu op advent. Afgelopen zondag was het Eeuwigheidszondag en/of Gedachteniszondag. In de meditatie stond de wederkomst van Jezus centraal. En dwars door alle emoties heen hebben we samen vol overgave gezongen van de komst van de Heer.  En dan is het een zondag later advent. We vieren (opnieuw) het feest van verwachten in het besef dat Jezus eerste komst naar de aarde is geweest. Maar hoe bereiden we ons voor op het kerstfeest? Wie verwacht, wacht.  Dat wachten is niet altijd gemakkelijk. We wachten voor het stoplicht, we wachten op een vertraagde bus, we wachten in de wachtkamer van de tandarts of dokter. En wellicht vinden we diep van binnen, al dat wachten, verloren tijd. 

De adventstijd is nu aangebroken. Advent betekent: komst. We gedenken in de adventstijd de komst van een Koning. Want God is in Zijn Zoon naar ons toegekomen. En iedereen, die Jezus heeft aanvaard in zijn hart, zal dit ook zo ervaren.  Opnieuw zien gelovigen reikhalzend naar Zijn komst uit. Dat is wat je met recht ‘verwachting’ kunt noemen. Maar wat duurt dat wachten lang!  We staan al eeuwenlang  op het perron van de tijd,  uitkijkend naar de komst van Gods eeuwige Koninkrijk. 

Wachten. Verwachten. Hoe moeilijk wachten soms ook kan zijn, toch hoeft wachten niet per se altijd een onmenselijke opgaaf te zijn. Wachten kan ook heel opwindend zijn. Wachten op een geliefde, een goede vriend. Dat kan op zich al een feest zijn. Je loopt stilletjes in jezelf glimlachend te genieten. Wat een voorpret! Nog even, en dan… Zo kan het ook zijn in de omgang met God. Het kan nog even, het kan nog wel jaren, het kan nog, wie weet hoe lang nog… maar Zijn Koninkrijk komt. Dat is zeker! 

En wéér is het Advent. Bereiden we ons voor op hoe de Eeuwige heeft gesproken! Hoe Zijn Woord vlees en bloed is geworden. Hoe Gods Zoon, geboren in Betlehem,  mens is geworden voor ons.
Ik ben de weg,’ zegt de Mensenzoon.
‘Ik ben de waarheid,’ zegt de Mensenzoon.
‘Ik ben het leven,’ zegt de Mensenzoon.

Mens, wat wil je nu nog meer?  Met zo’n belofte kunnen we wachten, vérwachten. In deze woorden,  gesproken door de Mensenzoon zit alles wat je voor vandaag nodig hebt. Jesaja zei ooit: ‘Wie hoopt op de Heer krijgt nieuwe kracht: hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar’ (Jes. 40:31a). Wie kan wachten op God, wordt gedragen, als een arend op de wind. Een arend voelt een storm aankomen, lang voordat die losbarst. Hij zweeft dan naar een hoge plek en wacht tot het gaat waaien. Als de storm losbreekt, houdt hij zijn vleugels zo dat de wind hem meevoert en boven de storm uittilt. De arend ontvlucht de storm niet, maar gebruikt de harde wind  om hoger te komen.

Zo veel spankracht en veerkracht hebben zij die de Heer verwachten. Wachten op God. Met spanning uitzien naar de komst van de Messias. Geen wonder dat de gemeente van Christus met vreugde advent en kerstfeest viert.  Ondanks dat buiten op het perron van deze tijd het erg ijskoud kan waaien, is het binnen in het station van het evangelie goed toeven. Daar zijn we geborgen en veilig, totdat Hij komt!