Lezen: Romeinen 8: 18 t/m 27 – De schepping zucht
19 De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn. 20 Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar ze heeft hoop gekregen, 21 omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt. 22 Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. 23 En dat niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen…

De schepping zucht. De schepping lijdt. De tegenwoordige tijd is een tijd van het lijden. Maar tegelijkertijd biedt het ook een doorkijk naar een nieuwe tijd die vol heerlijkheid zal zijn. Als we het lijden van nu en de heerlijkheid van straks op een weegschaal zouden leggen, dan zou de weegschaal doorslaan naar de heerlijkheid.

Maar de schepping zucht omdat de schepping door de zonde niet beantwoordt aan haar doel. De Schepper wordt niet geloofd en gedankt. We zien de macht van de zonde om ons heen. De schepping, de aarde waarop wij leven is vergankelijk. Vergankelijk betekent sterfelijk, tijdelijk, eindig.  Zo heeft God het beslist na de zondeval, maar God zal haar er ook weer van bevrijden. En dat geeft hoop.  Het is deze hoop die Gods kinderen staande houdt. De schepping zal worden bevrijdt en vernieuwd.

Daarom is de schepping in barensnood, maar er zal een geboorte volgen. In de nieuwe schepping heeft de zonde en dood geen macht meer. In deze geboorte ligt het nieuwe leven. Vrijheid zal het kenmerk zijn van het nieuwe leven.  Door alle eeuwen heen is er niets veranderd.  Paulus spreekt dan ook over de schepping zoals God het heeft geschapen, maar ook over de nieuwe mens die hij een nieuwe schepping noemt. ‘Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping (2 Korintiërs 5:17).

Want het zuchten gaat ook gelovigen niet voorbij. In dit zuchten ligt het lijden. Nu zijn er verschillende vormen van lijden. We lijden door ziekte, door het sterven van een dierbare, door het onrecht in de wereld. Daarnaast kunnen Gods kinderen ook lijden doordat zij Jezus willen volgen. Denk maar eens aan de vervolgde christenen. Als we dit samenvatten dan leven wij in een wereld waarin vrede wankelbaar en het geluk kwetsbaar is. Met andere woorden, wij ondervinden het lijden van de schepping aan den lijve.

Ook Jezus kende dit lijden, maar Hij heeft Zich vrijwillig onderworpen aan dit lijden. Daardoor toonde Hij zich solidait met al het lijden wat er plaatsvindt. En dat is de hoop waarin wij zijn gered. Soms kan het lijden zo hevig zijn dat het moeilijk is om deze hoop vast te houden. We zijn mens en we voelen ons mens-zijn iedere dag. Daarom hebben wij als voorschot de Geest ontvangen. Omdat ook Gods kinderen zuchten en kwetsbaar zijn. 26 De Geest helpt ons in onze zwakheid; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten. 27 God, die ons doorgrondt, weet wat de Geest wil zeggen…

Dit bidden heeft te maken met de hoop. Dit gebed wordt nu gebeden als een brug, als een overgang naar de nieuwe tijd. Het is de Geest zelf Die bidt. Er is in dit bidden een gesprek gaande tussen de Vader en de Geest. De Geest loutert ons bidden, want de Geest bidt naar de wil van God. Daarom mogen alle gelovigen beseffen dat God hun zuchten hoort. Wat de Geest bidt is niet in woorden te vatten.
Hierin ligt het geloofsvertrouwen van al Gods kinderen. Het zet ons met beide benen op de grond. De Geest zal ons helpen en ons leren zien dat alle gelovigen samen met de hele schepping tot een nieuwe heerlijkheid zullen komen.
Nu is het onze taak om deze hoop levend te houden…

Volgende week woensdag 30 augustus: De nieuwe schepping (slot)