Spreuken 1: 1 t/m 3; 7a – Inleiding
1 Hier volgen de spreuken van Salomo, zoon van David en koning van Israël. 2 Ze bieden wijsheid en zijn een leidraad in het leven, verdiepen het inzicht 3 en bevatten wijze lessen over recht, rechtvaardigheid en eerlijkheid.; 7a Het begin van alle kennis is ontzag voor de HEER

We leven in een tijd waarin alles snel en gemakkelijk moet gaan. Het resultaat van iets moet snel zichtbaar zijn. Het Bijbelboek Spreuken past misschien niet in deze tijd, het is in ieder geval geen ‘snelle hap’ voor tussendoor. Het lezen van dit boek vraagt tijd en geduld. Je kunt het vergelijken met een medicijn dat je eerst een tijd moet nemen om pas later te merken dat het werkt. Het boek Spreuken is als een medicijn die onze geestelijke gezondheid ten goede komt. Als we biddend nadenken over wat we hebben gelezen zullen we er geestelijk voordeel van hebben. Ons leven zal tot eer van God en tot zegen van onze omgeving zijn.
In de Psalmen gaat het om de innerlijke wandel naar God toe en in Spreuken gaat het om de uiterlijke wandel naar de wereld toe. In Spreuken zien we dan ook de goedheid van God, die ons in Zijn wijsheid toont wie de mens is. Hij laat ons de gevolgen zien van deze innerlijke en uiterlijke wegen waarop de mens wandelt.

Salomo is de schrijver van dit boek en vervuld van wijsheid van Boven. De naam Salomo betekent trouwens vrede. De spreuken hebben daarom als doel dat de gelovige in Gods vrede zijn weg door het leven mag gaan. Jakobus noemt in zijn brief de wijsheid van Boven: ‘De wijsheid van Boven daarentegen is vóór alles zuiver, en verder vredelievend, mild en meegaand; ze is vol ontferming en brengt niets dan goede vruchten voort, ze is onpartijdig en oprecht’ (Jak.3:17).
Salomo heeft deze wijsheid toegepast op een manier die nog steeds actueel is voor jong en oud, voor man en vrouw. Salomo schrijft o.a. over wijsheid en dwaasheid, de rechtvaardige en de goddeloze, de tong, trots en nederigheid, gerechtigheid en wraak, luiheid en werk, armoede en rijkdom, liefde en lust, woede en strijd, meesters en slaven, leven en dood. Spreuken gaat daarom over menselijke relaties, in welke vorm dan ook, waarbij wijsheid vanuit het geloof grenzen kan overbruggen. En Salomo windt er bepaald geen doekjes om.

Om Spreuken te begrijpen hebben we de sleutel nodig van dit boek. Deze sleutel vinden we in Spreuken 1:7a ‘Het begin van alle kennis is ontzag voor de HEER’. Als we deze sleutel gebruiken zullen we zegen ervaren. De Naam HEER geeft verbinding en het is deze Naam die ons uitnodigt om eens dieper te graven. Als wij vanuit een levendige relatie met de HEER dit boek lezen dan ontdekken we de ware schat van Goddelijke wijsheid. Want in Spreuken vinden we wijsheid voor het leven van alledag, een wijsheid die alleen in het Woord van God te vinden is. Wijsheis is daarom de kunst van het leven beheersen naar de wil van God. Wijsheid is kijken en zien zoals God kijkt en ziet.
‘Het begin van alle kennis is ontzag voor de HEER’. Wie ontzag heeft voor de HEER weet dat zijn zonden vergeven zijn en zal vanuit dit ontzag ernaar verlangen om naar het Woord van God te leven tot Zijn eer. Dat is de kern van ware wijsheid en wij mogen als gelovigen daar onze voordeel mee doen.