Lezen: Ruth 1: 22 – Ruth 2: 1 t/m 4 – Familie
R 1:22 Zo kwam Naomi terug uit Moab, samen met haar schoondochter Ruth, de Moabitische. Ze kwamen in Betlehem aan bij het begin van de gersteoogst.
R 2: 1 Nu was Naomi van de kant van haar echtgenoot Elimelech verwant aan een moedig en invloedrijk man, die Boaz heette. 2 Ruth, de Moabitische, zei tegen Naomi: ‘Ik wil graag naar het land gaan om aren te lezen bij iemand die mij goedgezind is.’ Naomi antwoordde: ‘Doe dat maar, mijn dochter.’3 Ze ging dus naar het land om aren te lezen, achter de maaiers aan. Bij toeval kwam ze op de akker van Boaz, het familielid van Elimelech. 4 Na enige tijd kwam Boaz zelf eraan, uit Betlehem. ‘De HEER zij met jullie,’ groette hij de maaiers. ‘De HEER zegene u,’ groetten zij terug

God keert alles mede ten goede. Hoofdstuk 2 begint dan ook met een initiatief van Ruth. Naomi is lamgeslagen door alle gebeurtenissen, maar Ruth gaat niet bij de pakken neer zitten en toont haar moed en kracht door ’s morgens er vroeg op uit te trekken om aren te lezen. Het is natuurlijk geen   toeval dat Naomi en Ruth juist aan het begin van de gersteoogst terug zijn in Bethlehem. Het heeft  alles te maken met Gods plan met de mens.

Het begin van de gersteoogst viel samen met het Joodse Pesachfeest.  We lezen in Lev. 23: 9 t/m 11:
9De HEERE sprak tot Mozes:10’Spreek tot de Israëlieten, en zeg tegen hen: Wanneer u in het land komt dat Ik u geven zal, en u de oogst ervan binnenhaalt, dan moet u de eerste schoof van uw oogst naar de priester brengen. 11Hij moet de schoof voor het aangezicht van de HEERE bewegen, opdat Hij een welgevallen in u vindt. Op de dag na de sabbat moet de priester de schoof bewegen.’

Het begin van de gersteoogst werd ook wel Eerstelingenfeest genoemd. Het aanbieden van de eerstelingen aan God was een daad van heiliging en vertrouwen. Daarom is het begin van de gersteoogst een teken van hoop. Alles past in het heilsplan van God!

Nu was er aan de kant van Elimelich een familielid, Boaz was zijn naam. Laten we eens nader kennismaken met Boaz, want door dit familielid zal het leven van Ruth en Naomi behoorlijk veranderen.  Boaz wordt geïntroduceerd als een moedig en invloedrijk man. De naam Boaz betekent: ‘snelle of sterkte’.  We krijgen de indruk dat hij vrijgezel is. Nergens lezen we dat Boaz een vrouw of kinderen had. De moeder van Boaz kennen we, haar naam is Rachab. Rachab wordt in Jozua 2 omschreven als ‘hoer’. Blijkbaar werd deze prostituee opgenomen in het volk Israël en trouwde met Salmon. Rachab en Salmon kregen een zoon: Boaz. (Matth. 1:5). Met andere woorden, Boaz was een nakomeling van één van de stammen van Kanaän, waarvan God had bevolen, dat zij allemaal uitgeroeid moesten worden. Zonder het geloof en de moed van zijn moeder Rachab was zij nooit getrouwd met Salmon, en was Boaz er nooit geweest.  Met heidense wortels en een moeder die bekend stond als een prostituee heeft Boaz het in Israël mogelijk niet altijd gemakkelijk gehad. Boaz was zelf eens een vreemdeling onder het volk van God, zoals Ruth als vreemdeling haar toevlucht kwam zoeken in Israël.  Hoewel de afkomst van Boaz allerminst voordelig was, was Boaz er in geslaagd om een succesvol ondernemer te worden. Hij was een welgestelde landbouwer, met slaven die voor hem werkten op de gerst-en tarwevelden. Zowel mannen als vrouwen.

Boaz is anders dan de andere boeren. Hij eerbiedigt de wet van God, ondanks dat de helft van zijn wortels in het heidendom liggen. Wanneer Boaz zijn landerijen buiten Bethlehem betreedt, is het eerste wat hij tegen zijn maaiers zegt: ‘De Heere zij met u’.  Met de woorden ‘De Heere zegene u’, werd Boaz teruggegroet. Geloof maakt voor Boaz en zijn arbeiders het verschil.  En deze man, deze Boaz is familie, zoals wij ook broeders en zusters zijn en samen Gods gezin vormen.

Volgende week woensdag 22 november: ontmoeting