Lezen: Genenis 1: 1 t/m 3 – De scheppende hand van God – inleiding
1 In het begin schiep God de hemel en de aarde. 2 De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water. 3 God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht.
Genesis is één van de langste boeken in de Bijbel. We kunnen Genesis beschouwen als een soort basisboek, waarop alle Bijbelboeken voortbouwen, nl. de relatie van God met de mens. Genesis betekent oorsprong. Het is het boek van de oorsprong, van het begin. Genesis is het boek van leven.
Er wordt geschapen (hfdst1,2), er wordt gegeven (hfdst 3,8,9), er wordt voorgeplant (hfdst. 3, 4,5). Genesis legt de basis voor de openbaring van God. De heerlijkheid van God als Schepper is onlosmakelijk verbonden met al Zijn andere heerlijkheden. De Schepper-God is ook de Redder-God.
God geeft ons feiten, geen vergelijkingen, indrukken of ideeën. Genesis vertelt ons van feit tot feit hoe de dingen vanaf het begin zijn ontstaan. Deze feiten onthullen de heerlijkheid van God. De Auteur is niemand minder dan God zelf, die een hoger doel heeft: de mens inzicht geven in wie God is en wie de mens is. Wat God schept is niet alleen ten behoeve van de mens, maar ook voor Zijn eigen verheerlijking. Dat geldt zowel voor het kleinste wat God schept, als voor het grootste. Wat kunnen we onder de indruk zijn van een mooie vlinder of bloem, maar ook van bijv. een leeuw, olifant of van het onweer.
Gods Koningschap bestaat al voor de schepping. ‘In het begin’. God is een eeuwige God, want Hij was er voordat Hij schiep. Alleen daarom kon Hij ‘in het begin’ creëren. Scheppen is maken. Het gaat telkens om het creëren van iets wat op dat moment nog niet eerder bestaan had en wat als volledig nieuw kan worden beschouwd.
De eeuwige Koning begint Zijn Koninkrijk te bouwen als Hij hemel en aarde gaat scheppen. Deze eeuwige Koning staat boven tijd en ruimte boven hemel en aarde. Voordat er ook maar iets geschapen wordt, is God alles. Dan besluit God om te gaan scheppen. Zoals een moeder een kind baart, zo baart God als het ware de aarde. Zoals een embryo, als een klomp cellen, in het water van de baarmoeder ligt, zo ligt de aarde nog ongevormd en vruchteloos. Woest en leeg, in duisternis en water. Zoals een embryo helemaal niets kan uit zichzelf, zo kan ook de aarde niets uit zichzelf.
Nu is Gods Geest als hoogste levendwekkende Macht aanwezig. Hij zweeft boven de ongevormde aarde. Als Koninklijk Gezagdrager schept God door Zijn Geest en Woord. Dit is een heel bijzondere gedachte. God spreekt en het is er. Hij gebiedt en het staat er. Het is daarom een terugkerend refrein in Genesis 1. ‘En God zei…’ . Het feit dat God schept door Zijn Woord is zo omvangrijk, zo glorieus en majestueus dat we een laag dieper mogen denken. Gods Woord is ten diepste Jezus Christus. ‘God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken’ (vs.26). Ons! Jezus was er altijd al bij. We kunnen Jezus daarom ook als de Scheppingsbemiddelaar zien. Zijn middelaarswerk heeft niet alleen te maken met onze verlossing maar ook met de schepping. ‘1 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Het was in het begin bij God. 3 Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 14 Het Woord is Mens geworden en heeft bij ons gewoond.’ (Johannes. 1)
‘Het leven was het licht voor de mensen’, schrijft Johannes. Bijzonder is dat het eerste wat God zegt bij het bouwen van Zijn Koninkrijk op aarde is: Licht. Dit licht is niet het zonlicht, dat wordt op de vierde dag geschapen, maar dit is het Licht van Gods Koninkrijk. God als Koning is het middelpunt van Licht. Dit Licht schijnt uit Hemzelf. In dit Licht van de wereld wil God als Koning regeren en in dit Licht mogen wij leven.
Volgende week woensdag 19 juli: De Schepping in al Zijn glorie