VOEL JE VRIJ OM DE BIJBELSTUDIE TE GEBRUIKEN

Lezen Exodus 15: 22 t/m 27
Terwijl ze drie dagen reizen in de woestijn, vinden ze nergens water. Uitgedroogd komen ze aan bij een plaats, waaraan men de naam Mara geeft. Het water van Mara is niet te drinken, omdat het bitter is. Hier staan de Israëlieten voor een geloofsbeproeving. Het is de vraag hoe ze reageren op de moeilijkheden: blijven ze vertrouwen of verbitteren ze? Het wordt duidelijk dat het laatste gebeurt: ze beginnen te morren,
Vraag: Is dit klagen, dit morren, ondanks de dorst, niet ondankbaar?

‘Hij zei: ‘Als jullie de woorden van de HEER, jullie God, ter harte nemen, als jullie doen wat goed is in zijn ogen en al zijn geboden en wetten gehoorzamen, zal ik jullie met geen van de kwalen treffen waarmee ik Egypte heb gestraft. Ik, de HEER, ben het die jullie geneest.’ (vs. 25)
Vraag: Wat voor een genezing zou de HEER bedoelen?

Lezen Exodus 16: 1 t/m 30
Israël is na anderhalve maand onderweg door de woestijn. De klanken van hun loflied na hun doortocht door het water zijn vervaagd. De dagen rijgen zich aaneen en gaandeweg ebt de vreugde over hun nieuwe vrijheid weg. Het leven in de woestijn valt zwaar en het volk begint het leven in Egypte te romantiseren. ‘U hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht om ons hier allemaal om te laten komen’, klinkt het bitter verwijt. Maar de Heer brengt uitkomst: ‘Ik zal voor u brood laten regenen’. De toon is gezet, het gaat over de zegen van het manna, maar ook over de Gever.
Vraag: Wat is het feitelijke probleem van het volk?  Zullen de mensen hebben beseft dat het brood en het vlees geen inititatief was Mozes?

Opvallend is dat Mozes niet reageert, hij geeft geen reactie
Vraag: Wat zou Mozes hebben gedacht, hebben gevoeld, hebben ervaren?

Hierop zeiden Mozes en Aäron tegen de Israeliëten: ‘Vanavond nog zult u inzien dat de HEER zelf u uit Egypte hebben geleid’.
Vraag: Wat roept deze vers bij ons op?

Het regent manna en de kwakkels streken neer in het kamp.
Vraag: Wat wil de Heer hiermee zeggen, behalve dat Hij voor het volk wil zorgen.

vs.16 De HEER heeft bepaald dat ieder ervan kan verzamelen wat hij nodig heeft
Vraag:… wat hij nodig heeft.’ Wat is genoeg?

2 Kor.8: 15 : Zoals ook geschreven staat: ‘Hij die meer had, had niet te veel; hij die minder had, had niet te weinig.’
De apostel Paulus komt op vers 16 terug in 2 Kor.8:15 wanneer hij oproept tot een collecte voor Jeruzalem. In aansluiting op de tekst in Exodus pleit hij voor de gedachte dat ieder lid van de gemeente bezit heeft naar behoefte en dat hij het overschot aan de ander geeft.
Vraag: Is dit herkenbaar in onze gemeente, en in ons persoonlijk leven?

Nadenker: Je hebt pas rust als je genoeg hebt of heb je genoeg als je rust hebt.
Vraag: Wat is het verschil?

Het manna was een groot geschenk. Iedere morgen verse manna. Het t is niet toegestaan dat manna met opzet wordt bewaard tot de volgende morgen (vs.19). Maar een groep mensen is ongehoorzaam en bewaart toch manna tot de morgen (vs.20). Het gaat echter stinken en komt vol wormen te zitten.
Vraag: De Israëlieten zijn onverbeterlijk. Alweer ongehoorzaam. Hoe zou het kunnen dat men keer op keer in oude slechte gewoontes valt? Hoe zit dat met ons?

Lezen Matth. 6: 31 t/m 34
Vraag: Wat is het verband met Exodus 16: 1 t/m 30?

Op vrijdag moet het volk een dubbele portie manna rapen, want de zevende dag, de sabbat, is een rustdag. Dan hoeven ze geen manna te zoeken, want er zal geen manna zijn. De sabbat, is een dag ter ere van de HEER. (vs.27)
Vraag: Hoe vullen wij de zondagsrust in? Vervagen de grenzen in onze moderne tijd?

Er waren mensen die op de zevende dag toch op zoek gingen naar manna, maar ze vonden niets.
Vraag: Is het lastig om te vertrouwen dat God ons iedere dag genoeg geeft?

Lezen Matth. 11: 28-30
Vraag: Wat is het verband met Exodus 16: 27

Lezen Exodus 16: 31 t/m 36
Veertig jaar lang aten de Israëlieten manna. Leven van manna is leven van genade. Het is een beeld van geloof. Het is het vertrouwen dat God voor ons zorgt, ons bevrijdt van een krampachtig en egocentrisch leven.
Vraag: Wat betekent leven uit genade? Zijn wij ons bewust van deze genade?

‘Doe een volle omer manna in een kruik en ziet die voor de HEER, om het manna voor de komende generaties te bewaren. ’ vs. 33
Vraag: Hoe geven wij het geloof door aan de volgende generatie?

Exodus 16 zou je als volgt samen kunnen vatten: delen – vertrouwen – rust houden.
Vraag: Deze samenvatting lijkt heel overzichtelijk. Is dit ook zo in 2022?

Lezen Exodus 17: 1 t/m 7
Het volk gaat keer op keer in herhaling. Mozes zal zich wel eens wanhopig hebben gevoeld.
vs. 7 Het volk had de Heer op de proef gesteld door te vragen: ‘Is de HEER nu in ons midden of niet?’
Vraag: Wat vinden wij van deze vraag? Is het een brutale vraag, een teleurstellende vraag, een onzekere vraag, een overbodige vraag, een wanhopige vraag, een verwachtingsvolle vraag. Hebben wij een soortgelijke vraag ook wel eens gesteld?