Petrus: Christus voorop
Lezen: Matth. 4: 18 t/m 22
Petrus. Wie kent Petrus niet. Petrus is er altijd bij. Petrus staat vooraan. Hij hoort bij de intimi. Hij voert het woord namens andere discipelen. Hij verloochent Jezus en heeft Jezus hartstochtelijk lief. Is Petrus zichzelf voorstelt in zijn eerste zendbrief noemt hij zichzelf: een apostel van Jezus Christus. Petrus ervaart dat Jezus hem heeft geroepen en gezonden.
Vraag: Voelen wij ons geroepen en gezonden?
Jezus komt onverwachts het leven van Petrus binnen. Jezus liep, Jezus zag, Jezus zei. Jezus zei het toen, maar ook nu: ‘Kom volg Mij.Navolgen is iets anders dan nadoen. Volgen betekent: Christus voorop! Het gaat erom dat je Christus voor ogen houdt. Het betekent dat wij niet voorop lopen, maar Christus. Christus volgen betekent zo aan Hem verbonden raken, dat we op Hem gaan lijken. Navolgen betekent dat je helemaal afhankelijk bent van de ander. Je gaat een verbintenis aan. Jezus zegt: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en mij volgen.’ (Matth.16:24)
Lezen 1 Petrus 2: 21 t/m 24
Vraag: Hoe kunnen wij in de voetsporen van Jezus treden in ons eigen dagelijkse leven?
*****
Petrus: Christus beleden
Lezen Matth. 16: 13 t/m 18
Jezus stelt een vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is ?’ De discipelen geven verschillende antwoorden namens deze mensen. Maar deze vraag is een opstapje naar een andere vraag: ‘Wie zeggen jullie dat Ik ben?’ Het gaat Jezus om het hart van Zijn leerlingen. Je kunt namelijk van alles over Jezus vinden en zeggen. Je kunt napraten wat je over Hem gehoord hebt. Je kunt vertellen wat je over Jezus hebt gelezen. Maar dit zegt helemaal niets over de vraag wie Jezus voor jou is.
Vraag: Wie zeg jij dat de Mensenzoon is?
De belijdenis van Petrus is de grond voor de kerk van God van alle tijden en plaatsen. Jezus zegt: ‘En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen (NBG’51)’ Bedoeld wordt dat op de betekenis van deze rotsvaste belijdenis de kerk is gebouwd. Gods gemeente is gebouwd op Jezus Christus alleen.
*****
Petrus: Christus aangewezen
Lezen Matth. 17: 1 t/m 8
Opnieuw is Petrus erbij. Evenals Jakobus en Johannes. Alleen deze drie mannen mochten mee. Duidelijk is dat er iets staat te gebeuren. Plotseling verandert Jezus van uiterlijk. Eveneens plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren. Mozes staat voor de wet, voor de thora. En Elia is een van de grote profeten. Mozes en Elia zijn als het ware de vertegenwoordigers van de wet en de profeten van het Oude Testament. Mozes en Elia staan hier als oudtestamentische getuigen om te laten zien dat de beloofde Christus nu is gekomen. Maar ze staan ook als getuigen vanuit de hemel. Het blinkend wit waarmee Jezus wordt bekleedt, wijst vooruit naar de blinkende engelen, straks bij het lege graf. Hier op de berg van de verheerlijking is het al even Pasen, en dat terwijl Golgotha nog moet komen. Petrus neemt het woord: Heer, het is goed dat wij hier zijn.
Vraag: Waarom is het goed dat Petrus, Jakobus en Johannes hier zijn? Waarom is het goed dat wij hier zijn?
De lichtgevende wolk is bedekt, het is een teken van Gods aanwezigheid. Uit de wolk klinkt een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde. Luister naar Hem!’
Vraag: Hoe hoor jij, hoe horen wij, de stem van God in de Bijbel, die wijst naar Jezus Christus ?
Lezen 2 Petrus 1: 16 t/m 21
Petrus getuigt dat zij de stem uit de hemel hebben horen klinken.
‘Besef daarbij vooral dat geen enkele profetie uit de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat,’ vs.20
Vraag: Het brengt ons bij de dwaalleraars. Men mag er niet van maken, wat in de eigen kraam te pas komt. Is dit herkenbaar in de wereld van nu?
*****
Petrus: Met Christus gekruisigd
Lezen Matth. 26: 30 t/m 35
Lezen 1 Petrus 4: 12 t/m 19
We weten hoe Petrus Jezus drie maal heeft verloochend. Petrus laat in 1 Petr. 4 een waarschuwende stem horen, hij spreekt uit eigen ervaring : ‘Geliefde broeders en zusters, wees niet verbaasd over de vuurproef die u ondergaat; er overkomt u niets uitzonderlijks.’ vs. 12 ‘Maar als u lijdt omdat u christen bent, schaam u dan niet en draag uw lot tot Gods eer. vs 16
Vraag: Petrus heeft verloochend, voelde zich schuldig en vanuit eigen ervaring waarschuwt hij de lezers van zijn brief. Nemen wij zijn waarschuwing altijd ter harte?
Jezus weet dat al Zijn discipelen Hem zullen verlaten. Overduidelijk is dat Jezus de lijdensweg alleen moet gaan. Dat er van de kant van Zijn discipelen helemaal niets valt verwachten. Ze zullen struikelen en vallen. Levenslang zullen de volgelingen van Jezus het moeten hebben van genade. Petrus spreekt eerst nog tegen, hij zegt: Misschien zal iedereen U afvallen, ik nooit!’ Als Petrus later de haan hoort kraaien huilt hij bitter. Ook Petrus moet het hebben van genade en hij heeft veel geleerd. Petrus heeft zijn ‘eigen ik’ gekruisigd met Christus. We leren dan ook een heel andere Petrus kennen in zijn brieven. ‘ Daarom moeten allen die lijden omdat God dat wil, het goede blijven doen en hun leven in handen leggen van de trouwe Schepper.’
Vraag: Wat betekent het om in het dagelijkse leven je eigen ik te kruisigen?
*****
Petrus: Bidden om met Christus te leven
Lezen Matth 26: 36 t/m 46
We hebben een indrukwekkend tekstgedeelte gelezen. De drinkbeker die Jezus noemt is de drinkbeker van Gods toorn: Jeremia 25:15 ‘Vervolgens zei de HEER, de God van Israël, tegen mij: ‘Neem deze beker van mij aan en laat daaruit alle volken waarheen ik je zend de wijn van mijn woede drinken.’ Deze beker zal Jezus plaatsvervangend leegdrinken. De diepe worsteling die Jezus doormaakt is niet in woorden uit te drukken. Veelzeggend is dat Jezus al het lijden biddend ondergaat. Jezus heeft in Zijn tijd op aarde veel tot Zijn Vader in de hemel gebeden. ‘Waak en bid, opdat u niet in verzoeking komt’, waarschuwt Jezus. Met andere woorden: ‘Lever je biddend uit aan Mij’. Want dat is bidden: een onvoorwaardelijk vertrouwen dat God is zoals Hij zegt dat Hij is. Bidden is je uitleveren aan God in alle omstandigheden van je leven. Bidden begint aan Gods kant. Bidden is niet iets van God gedaan krijgen, maar bidden is antwoord geven op Gods belofte aan ons. Bidden is altijd terugkomen bij God.
Vraag: Niet alleen een biddend leven, maar ook bidden om te leven. Wat is het verschil en wat doet het met ons?
Opvallend is dat Jezus alleen het woord richt aan Petrus: ‘En Hij kwam bij de discipelen en trof hen slapend aan en Hij zei tegen Petrus: Kon u [dan] niet één uur met Mij waken? vs.40. Het is voor Petrus een harde les geweest. Vanuit deze ervaring waarschuwt hij later:
Lezen 1 Petrus 5: 5 t/m 11
Vraag: Wat roept dit gedeelte bij ons op?
Foto: Petrus door Peter Paul Rubens (1577 -1640)