Lezen Handelingen 1: 3 – het Koninkrijk van God – inleiding
Dat Hij leefde heeft Hij hun na Zijn lijden en dood herhaaldelijk bewezen door gedurende veertig dagen in hun midden te verschijnen en met hen over het koninkrijk van God te spreken.
De komende weken zal het Koninkrijk van God centraal staan in de wekelijke bemoedigingen. Over dit Koninkrijk valt veel te vertellen. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: Wat is het Koninkrijk Gods? Het antwoord is heel overzichtelijk: Het is de algemene heerschappij van God. God regeert! Door het geloof zien we dat God uiteindelijk de regie heeft over alle dingen. Een heel mooi voorbeeld hiervan is de uittocht van Egypte. De Israëlieten hadden Egypte verlaten en zijn op een heel verrassende manier door de Schelfzee getrokken. Het volk beseft hoe God regeert en zingt: ‘De HEER is koning voor eeuwig en altijd!’ (Ex.15:3). In dit besef ligt de overtuiging dat aan God alles is onderworpen. Zelfs de farao van Egypte.
Behalve dat het Koninkrijk Gods de heerschappij is van God, heeft God ook de mens er bij betrokken. Hij legt Zijn Koninkrijk aan de voeten van de mens. Hoe Genesis 1 dat beschrijft is heel bijzonder. Eerst wordt het hele Koninkrijk ingericht, en dan verschijnen Gods koningskinderen om Zijn rijk in bezit te nemen. Adam en Eva worden als het ware feestelijk ontvangen in de schepping en worden
boven de schepping gesteld. Het Koninkrijk van God begint dan ook op de eerste bladzijde van de Bijbel en gaat door tot de laatste bladzijde waar wij in Openbaring een heerlijk vergezicht krijgen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. En dat niet alleen: … 3b Zijn dienaren zullen Hem vereren 4 en Hem met eigen ogen zien, en zijn naam staat op hun voorhoofd. 5 Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn. En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid. (Opb..22). Wat een heerlijke toekomst!
God geeft Zijn plan nooit op, ondanks dat de mens de Koninklijke heerschappij die God hen had toevertrouwd heeft verspeeld. We kunnen niet om de satan heen. De grote draak werd op de aarde gegooid. Hij is de slang van weleer, die duivel of satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. (Opb. 12:9). Maar God zij dank kan de satan nooit verder bewegen dan God hem toestaat, al neemt God hem wel serieus. God heeft daarom Zijn Zoon naar de aarde gestuurd om de relatie tussen God en de mens te herstellen door het offer aan het kruis.
Het ene rijk is dan ook het rijk van de drie ‘D’: het rijk van de dood, de duisternis en de duivel.
Gods Koninkrijk is het rijk van de drie ‘L’: het rijk van het licht, het leven en de liefde.
We hebben op Paasmorgen herdacht dat Jezus is opgestaan, we herdenken met Hemelvaart dat Jezus naar de hemel is gegaan, en met Pinksteren dat de Heilige Geest is uitgestort op aarde. Sinds Pinksteren leven wij in een soort tussentijd en opnieuw wordt de mens betrokken bij het koninkrijk van God. Ook wij ontvangen de kracht van de Heilige Geest om van het koninkrijk van God te getuigen en mensen te winnen voor Koning Jezus. We dienen het Koninkrijk van God vanuit het geloofsvertrouwen. 17 Want het Koninkrijk van God is geen zaak van eten en drinken, maar van gerechtigheid, vrede en vreugde door de heilige Geest.18 Wie Christus zo dient, doet wat God wil en wordt door de mensen gerespecteerd. (Romeinen 14).
De tegenwoordige fase van het Koninkrijk Gods is in de persoon van de Heilige Geest die ons sterkt voor onze taak op aarde.
De toekomstige fase van het Koninkrijk Gods is als Jezus terugkomt op de wolken en er een nieuwe hemel en aarde zal worden gevestigd.
Volgende week woensdag 3 mei: Gods koninkrijk; hoe kom je erin?